Het tien minuten gesprek over Paultje was wat haar betreft compleet in de soep gelopen. Ze had het gesprek alleen moeten voeren, Harm was op zijn werk. Terwijl ze nog bezig was haar lange benen onder het tafeltje te frommelen was de zucht van juf Mies haar niet ontgaan. In diezelfde diepe uitademing had juf zijn naam genoemd: Paultje. Haar stem had zich een beetje naar beneden afgebogen. Ze wist genoeg.
Voor ze het goed en wel besefte had ze eruit gefloept: u mag Paultje niet, hè? De juf had haar met koele ogen aangekeken en gefluisterd: nee hoor, dat is niet waar. Maar ze wist genoeg. En toen waren er nog acht van de tien minuten over om de ene wereld en die andere te overbruggen. Al waren er nog achthonderd minuten geweest, het zou niet lukken. Dat voelden ze allebei wel aan. Er wervelden nu teveel emoties door het lokaal. En ook al stonden de ramen open voor wat frisse lucht, helder denken lukte nu niet meer. De timetimer tikte voort en na het bespreken van de, volgens de juf, onverklaarbaar wisselende scores op de CITO-toetsen was het rode vlakje van de timer verworden tot een dun streepje.
Ze wrong met haar tenen in haar schoenen en weer rolde er zomaar iets brutaals over haar lippen: mag ik eens lezen wat u heeft opgeschreven op dat blad? En ze had gewezen naar de stapel paperassen waar juf Mies intussen ritmisch met haar pen op tikte. Een klein fronsje, maar toen ineens - toch bij verrassing - ja hoor. Haar ogen vlogen over de regels. 'Paultje schreeuwt het van de daken dat hij hoogbegaafd is.' Het knetterde achter haar oogleden en het leek alsof iemand met een venijnig zweepje haar wang raakte. Toch vertrok ze geen spier en vond ze het zelfs nog vervelend dat haar stem wat beverig klonk toen ze zei: 'bedankt, tot de volgende keer.'
Het is avond en al ver na koffietijd als ze in haar crèmekleurige badjas op de bank zit, haar knieën hoog opgetrokken. Ze had eerst nog wat vragen moeten beantwoorden voordat zoonlief klaar was voor de nacht. Paultje maakte zich namelijk nogal bezorgd om de pinguïns op het zuidelijk halfrond en het smeltende ijs aldaar. En er waren nog wat vragen over oorlog. En o ja, ook nog iets over doodgaan en de eeuwigheid. Harm kijkt naar haar. Hoe het tien minuten gesprek gegaan was. Ze zucht. De kloof tussen de wereld van de juf en de planeet van Paultje. Er valt een traan op het zachte vachtje van haar badjas. Als ze opstaat en de kastdeur opentrekt, op zoek naar het potje Valeriaan, hoort ze het scharnier piepen. Die moet ik nodig een keer smeren, hoort ze vanaf de bank. Ze glimlacht afwezig.
Als ze weer naast Harm zit en hij een arm om haar heen slaat, zegt ze: heb jij het Paultje weleens van de daken horen schreeuwen, van zijn hoogbegaafdheid? Na een poosje stilzwijgen zegt Harm - en echt, ze kan hem wel zoenen: heeft de juf weleens onder óns dak gekeken?! Ze legt haar hoofd op Harm zijn schouder. Weet je wat de juf ook nog zei: Paultje weet meer dan ik. En daar giebelde juf Mies een beetje om. Maar ik vond het helemaal niet om te giebelen. Ze zucht nog een keer. En dan zegt Harm: zullen we anders even het dakraam open doen en dan heel hard schreeuwen. En wat zou je willen roepen dan? Van die hoogbegaafdheid? Dat je het allemaal beter weet? Nee, zegt Harm en hij lacht ondeugend in haar haren. Dan roepen we de naam van onze planeet en dan zeggen we: joehoe, drie kwartjes vijftig, dan mag je een weekje op onze planeet komen. Ze vult aan, zet haar handen om haar mond: maar wel eerst je CITO-toets goed maken. En je timetimertje meenemen want als het weekje voorbij is moet je weer naar je eigen leventje. En dan mag je - back on your planet - van álle daken gaan schreeuwen hoe daar was, op die andere planeet.
Als ze even later achter Harm aan de trap oploopt om naar bed te gaan, staat Paultje op de overloop. Met een slaperige bos haar maar heldere ogen kijkt hij haar aan: nog één vraagje mam: als een lichtjaar de afstand is die het licht in één jaar aflegt, hoeveel lichtjaren zitten er dan tussen planeet Miesurius en Paulopluut?
P.S. Gebaseerd op een waargebeurd verhaal
Reactie plaatsen
Reacties
Wat super goed geschreven! En herkenbaar;-) Ik zie het helemaal voor me....